Amsterdam, 29 oktober, 2020
Hoe graag hadden wij niet gewild dat gisteren een gewone dag zou zijn geweest.
Een gewone dag waarop Sophia thuis zou komen, vol verhalen over een dag in het ziekenhuis.
Een gewone dag waarop de meest belangrijke vraag voor Sophia en haar broers zou zijn: ‘Wat eten we vandaag?’
Een gewone dag in een gewoon gezin van vijf die met z’n allen aan tafel de avondmaaltijd eten.
Een gewone dag waarbij we tijdens het eten de dag doornemen, het nieuws, en wat er verder nog is.
Maar het was gisteren geen gewone dag, zoals niets meer gewoon of vanzelfsprekend voor ons is, sinds Sophia verdween op woensdag 28 oktober 2015, in een ver vreemd land.
Vijf jaar zonder Sophia, zo geliefd en zo gemist door zo velen.
De nachtmerrie duurt voort maar wij blijven naar antwoorden zoeken.
Een vermissing is met niets te vergelijken, je weet niets, er valt niets te verwerken en niets te accepteren. Misschien is het alleen echt te begrijpen als je het zelf aan den lijve hebt meegemaakt, iets wat je niemand toewenst.
Het is een diep menselijke behoefte te weten, te begrijpen, wat er met een geliefd persoon gebeurd is.
Ik begrijp de onrust die nabestaanden van onopgeloste moordzaken blijven houden. We zien ze op TV, lezen erover in de krant. En hoewel deze mensen een lichaam hebben, een uitvaart hebben kunnen organiseren, afscheid hebben kunnen nemen, kennen zij geen rust. Ze moeten weten wie hun geliefde gedood heeft, en waarom.
Achterblijvers van een vermiste persoon hebben helemaal niets.
En daar valt niet mee te leven.
Wij weten heel goed dat het mogelijk is dat wij nooit zullen weten wat er met Sophia gebeurd is, dat we haar mogelijk nooit meer terug zullen zien. Hoe langer een vermissing duurt, hoe kleiner de kans dat de vermiste persoon gevonden wordt. Maar zo kunnen we niet denken. De weg van de minste weerstand mag voor velen de meest aantrekkelijke zijn, voor ons is hij onbegaanbaar.
Wij kunnen het niet laten rusten, we moeten weten wat er met Sophia gebeurd is en zolang we dat niet weten geven we ook de hoop niet op dat ze leeft.
Wonderen zijn heel zeldzaam, maar ze gebeuren. De realiteit kan vreemder zijn dan fictie. Een moeder in Sri Lanka vond na 16 jaar zoeken haar zoon terug, die tijdens de tsunami van 2004 vermist geraakt was, zo berichtten diverse media onlangs. Hoe moet dit anders genoemd worden dan ‘een wonder’?
Als Sophia’s moeder blijf ik daar hardnekkig in geloven.
We zullen alles blijven doen om haar te vinden en alle hulp daarbij is meer dan welkom.
Het kan niet vaak genoeg gezegd worden hoe dankbaar we zijn voor alle steun die we blijven ontvangen, van zowel bekenden als onbekenden. Mentale steun, financiële steun, alle vormen van steun. Jullie realiseren je mogelijk niet hoe dit ons raakt en hoe het ons sterkt om door te gaan op deze intens moeilijke weg, vol met diepe kuilen en grote hobbels. We kunnen ook niet anders.
Marije Slijkerman
Gerard, Max en Jan Koetsier
RECENTE MEDIA AANDACHT IN NEDERLAND VOOR SOPHIA
LINDA online interview op 10 november:
https://www.linda.nl/lief-en-leed/marije-slijkerman-sophia-koetsier-oeganda-vermissing/
Een kort item in Hart van Nederland op 5 november:
NRC Handelsblad van zaterdag 24 oktober:
pdf: NRC
Het septembernummer van het blad Arts en Auto:
https://www.artsenauto.nl/sophia-koetsier-contact-verloren/
pdf: Arts en Auto
Het julinummer van maandblad LINDA:
pdf: LINDA artikel tekst